De klimaattransitie is een opgave waar alle sectoren van de samenleving bij betrokken zijn. De provincie heeft beperkte financiële en juridische invloed op deze transitie. De rol van de provincie ligt met name op het gebied van de ruimtelijke indeling en in het samenbrengen van partijen; de (eventuele) risico’s die zijn verbonden aan de reductie van broeikasgassen komen daarmee ook niet direct ten laste van de provincie. Bij het uitvoeren van De Utrechtse Klimaataanpak wordt gebruik gemaakt van een overzicht van onzekerheden en risico’s, inclusief beheersmaatregelen, die betrekking hebben op het niet tijdig halen van onze klimaatdoelen door factoren van buitenaf of factoren die zijn verbonden aan de rol van en taakuitoefening door de provincie. Zo houden we onder meer rekening gehouden met netcongestie, materiaaltekorten, het achterblijven van resultaten uit innovaties of een andere bestuurlijke prioritering die kunnen leiden tot vertraging of hogere (maatschappelijke) kosten.
Waar nodig worden deze onzekerheden en risico’s, voor zover deze binnen de invloedssfeer van de provincie liggen, opgenomen in het weerstandsvermogen van de provincie. Daar waar duidelijk is dat klimaatrisico's significante invloed kunnen hebben op onze eigen assets, nemen domeinen de kans en het effect van deze risico's op in het risicobeheersysteem van de provincie. Het beleidsrisico van het niet halen van bijvoorbeeld CO2-doelstellingen wordt niet opgenomen. De doorrekening van de maatschappelijke kosten die zijn verbonden aan de uitstoot door de bedrijfsactiviteiten van de eigen organisatie vormen onderdeel van de Toekomstbrief; Naar duurzaam financieel evenwicht waarin de effecten en financiële consequenties tot 2040 inzichtelijk zullen worden gemaakt.
