Inleiding en historisch perspectief
In de maatschappelijke discussie over brede welvaart vindt een verschuiving plaats van een eenzijdige nadruk op indicatoren en monitoring naar het daadwerkelijk sturen op brede welvaart. Ten behoeve van de begrotingssystematiek van het rijk hebben de planbureaus (CPB, PBL, SCP) verdere stappen gezet in het ontwikkelen van een analyse-instrumentarium om gevolgen van voorgesteld beleid op brede welvaart in kaart te brengen. Landelijke plan- en adviesbureaus gebruiken het concept brede welvaart om maatschappelijke opgaven vanuit meerdere dimensies te onderzoeken en meer nadruk te leggen op langetermijnoplossingen en impact op andere landen in plaats van ééndimensionaal kortetermijndenken. Zo pleitte de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in hun advies ‘Waardevol Regeren – Sturen op Brede Welvaart ’ onder andere voor het bij beleidsvorming inzichtelijk maken welke positieve én negatieve effecten beleidsinstrumenten hebben op verschillende bredewelvaartsthema’s, inclusief de effecten ‘later’ en ‘elders’ en inclusief de voorziene verdeling tussen groepen en regio’s. De Sociaal-Economische Raad (SER) kiest in haar Perspectief op Brede Welvaart in 2040 voor “een sociale markteconomie gebaseerd op brede welvaart. We willen geen vechteconomie (…) in de strijd om natuurlijke hulpbronnen en menskracht. Wij willen een sterke sociale dialoog (…) Een economie die uitgaat van duurzame groei en innovatie, waarmee we ons verdienvermogen versterken binnen de planetaire grenzen door maatschappelijk verantwoord ondernemerschap met een goed werkend Europees level playing field. Met goede collectieve voorzieningen. Dat is goed voor de brede welvaart voor iedereen en nodig om kansengelijkheid te bevorderen.”
Ook binnen de provincie Utrecht hebben het afgelopen jaar verschillende activiteiten plaatsgevonden op het gebied van brede welvaart. Hieronder zetten we een aantal van deze activiteiten kort uiteen.